Wim Beeren, toenmalig directeur Stedelijk Museum Uit: catalogus van de tentoonstelling Schilderijen 1950 – 1991 in het Stedelijk Museum Amsterdam, periode 10.IV.92 – 31.V.92. . " (…) Bouthoorn bleek even radicaal als Mondriaan in de erkenning en waardering van de essentiële schilderkunstige elementen, maar zijn houding ten opzichte van die elementen is een volstrekt omgekeerde. Mondriaan had de artistieke eigengereidheid om de zogenaamde autonome kleur te benoemen met de gestalte die hij er zelf aan gaf. Het blauw dat door hèm autonoom werd verklaard was het blauw dat door hèm zijn gestalte en volume kreeg en dat zich, door hem gedirigeerd, ging verhouden tot andere primaire kleuren. Ook Bouthoorn kan de elementen van de schilderkunst moeilijk opvatten als behorend bij een zelfstandig organisme. Ook hij bepaalt direct en uiteindelijk het optreden van kleur en vorm, maar ieder gecreëerd moment (van kleur, structuur, toets etc.) heeft onmiddellijk een dictaat waarop de kunstenaar ‘gedwongen’ wordt te reageren. Naarmate de momenten worden verveelvoudigd, neemt de zefstandigheid van het schliderij toe en wordt de complexiteit van de te nemen beslissingen vergroot. Het wil niet zeggen dat het schilderij van Bouthoorn gelijk staat aan het werkproces maar wel dat het ‘drama’ van de creatie en de interferentie van de actieve beeldende elementen mede onderwerp zijn van het eindresultaat: het schilderij. Dat bepaalt ook wat Bouthoorn de onvolkomendheid ervan noemt. Toch zien we dat Bouthoorn in de loop der jaren een meesterschap over zijn materie kreeg die een grotere harmonie bewerkstelligde dan hij zelf misschien verwachtte. (…)
Home                                 
Wil Bouthoorn
Teksten van en over Wil Bouthoorn   
Contact:  marijkebouthoorn@gmail.com   0031 621196450            
Werk